KeiheuvelCup 2012: Wedstrijdreglement
Versie 09/04/2012
1 Algemeen
1.01 De internationale wedstrijd KeiheuvelCup 2012, hierna te noemen:
KeiheuvelCup, wordt georganiseerd door de Kon. Aeroclub Keiheuvel VZW,
hierna te noemen: KonACK, onder auspiciën van de KBAC-sportcommissie,
in overeenstemming met de FAI-sportcode, Annex A en het hiernavolgend
bijzondere reglement.
1.02 De KeiheuvelCup wordt georganiseerd op het vliegveld Balen-Keiheuvel
(EBKH, België) op zaterdag 4 en zondag 5 augustus 2012.
1.03 Er wordt gevlogen in de volgende drie wedstrijdklassen:
a) Sport Alle toestellen met DAeC index groter dan of gelijk aan 98;
b) Sport-XPDR Alle toestellen met DAeC index groter dan of gelijk aan 98
en met transponder aan boord;
c) Clubklasse Alle toestellen met DAeC index kleiner of gelijk aan dan 98
en zonder waterballast.
1.04 De DAeC – handicaplijst 2012 is van toepassing.
1.05 Zowel tweezitters als éénzitters mogen aan de KeiheuvelCup deelnemen.
Tweezitters worden ingedeeld bij één der bovenvernoemde klassen op basis
van hun handicapfactor.
1.07 In alle klassen wordt een handicapcorrectie toegepast.
1.08 Motorzwevers kunnen geïntegreerd deelnemen tussen de andere
zweefvliegtuigen. Ze worden ingedeeld bij de klasse waarin ze zouden
thuishoren bij afwezigheid van de motor. Zie ook onder “3 Bijzonder
reglement voor motorzweefvliegtuigen”.
1.09 De wedstrijdleiding behoudt zich het recht voor het aantal deelnemers te
beperken per klasse, nationaliteit, regio, of in het totaal. Hierover zijn zij
geen uitleg verschuldigd tegenover de deelnemers.
1.10 Door ondertekening en/of starten in deze wedstrijd verklaart de deelnemer
(of deelnemers) bekend te zijn met, en akkoord te gaan met dit
wedstrijdreglement. Indien de wedstrijdleiding reageert op inbreuken tegen
dit reglement, die het goede verloop en de veiligheid in het gedrang
brengen, is hiertegen geen verhaal mogelijk.
1.11 Dit vaste reglement kan, indien de wedstrijdleiding dit nodig acht,
aangepast worden aan de omstandigheden van het ogenblik. Indien dit
gebeurt, zal dit uitdrukkelijk op de briefing aangegeven worden.
1.12 De keuze van de proeven, de beoordeling ervan, beslissingen over het al of
niet doorgaan van de wedstrijd, uitvaardigen van sancties bij overtredingen
van het reglement en dergelijke, is de opdracht van de wedstrijdorganisatie.
De wedstrijdorganisatie bestaat uit:
Wedstrijdleider: Jef Kell
Wedstrijdcomité: Lode Vuegen, Johan Van Olmen,
Mattias Rommens
Sportcommissaris: Eddy Huybreckx
Alle correspondentie betreffende de wedstrijd en de deelneming eraan
verlopen via het wedstrijdsecretariaat:
Jef Kell
GSM: +32 (0) 496 61 85 54
keiheuvelcup@aeroclub-keiheuvel.be
1.13 De deelnemende piloot moet verzekerd zijn voor schade toegebracht aan
derden, gedekt door een geldige buitengewone of wettelijke
aansprakelijkheid polis (BA / WA) die voorziet in een luchtvaart clausule.
1.14 De deelnemende piloot/boordcommandant is hoofdelijk aansprakelijk voor
de ongevallen die zich voor, tijdens of na de wedstrijd kunnen voordoen
onder zijn verantwoordelijkheid, en die KonACK of één van zijn inrichters of
deelnemers kunnen belasten.
1.15 De deelnemer ziet af van verhaal tegen KonACK en de wedstrijdleiding bij
elke klacht of financiële aansprakelijkheid.
1.16 FAI-Registration and Sanction Fee: voor de KeiheuvelCup is geen
Registration and Sanction Fee verschuldigd, in overeenstemming met de
beslissing van de International Gliding Commission, d.d. 03/90.
1.17 De deelnemer gaat er mee akkoord dat zijn inschrijving voor deelname aan
de KeiheuvelCup, evenals de behaalde vliegresultaten, worden gepubliceerd
op papier en/of via het Internet.
1.18 Raadpleeg de website van KonACK via http://www.aeroclub-keiheuvel.be en
van de BVV via http://www.bekervanvlaanderen.be
1.19 Voor elke betwisting die niet voorzien is in dit reglement of in het reglement
van de BVV zal het Charronreglement toegepast worden.
2 Inschrijving en toelatingsvoorwaarden
2.01 Iedere deelnemer aan de Keiheuvel Cup moet aan volgende voorwaarden
voldoen:
a) inschrijven via het inschrijvingsformulier op de website van de Beker van
Vlaanderen, via welke inschrijving de deelnemer zich automatisch bekend
met en akkoord verklaart met dit reglement;
b) het inschrijfgeld, waarvan de hoogte en betaalwijze gepubliceerd worden
op de website van KonACK ,dient geheel voldaan te zijn op de rekening van
KonACK;
c) in het bezit zijn van een tot en met de laatste wedstrijddag geldige
zweefvliegvergunning met de aantekening sleepstart;
d) in het bezit zijn van een FAI “D-brevet” (zilveren C).
2.02 Van ieder zweefvliegtuig dat deelneemt aan de KeiheuvelCup dient de PIC
op dat zweefvliegtuig in het bezit te zijn van volgende geldige documenten:
a) inschrijvingsbewijs in het register van het land waar het zweefvliegtuig is
ingeschreven;
b) bewijs van luchtwaardigheid;
c) verzekeringsbewijs tegenover derden;
d) volledig ingevuld boordboek.
2.03 De toestellen in de Sport-XPDR klasse dienen voorzien te zijn van een
gekeurde transponderinstallatie.
2.04 Op de onderzijde van een vleugel en op beide zijden van het
kielvlak/richtingsroer moeten wedstrijdletters aangebracht zijn. Bij gelijke
wedstrijdletters zal de eerst ingeschrevene voorrang krijgen.
2.05 Het gebruik van FAI goedgekeurde Flight Recorders is verplicht voor alle
klassen. Zie http://www.fai.org/gliding/system/files/igc_approved_frs.pdf
2.06 Elk toestel dient voorzien te zijn van een radio die afgestemd kan worden op
de lokale frequentie van EBKH, zijnde 119.200 MHz. Deze frequentie is
voorbehouden aan de wedstrijdleiding en kan alleen bij hoogdringendheid
door de piloten gebruikt worden. De melding van naderende finish gebeurt
eveneens op deze frequentie.
2.07 Elk toestel dat van winglets of opsteektips kan voorzien worden zal als
dusdanig, met bijbehorende handicapfactor, ingeschreven worden, tenzij de
piloot dit bij de receptie uitdrukkelijk anders vermeldt. Het toestel wordt alle
wedstrijddagen ongewijzigd gebruikt.
2.08 Bij afgelasten van de wedstrijd wordt 15 euro van het inschrijfgeld
teruggestort. De wedstrijd wordt geldig voor een klasse van zodra die klasse
1 maal en volledig werd opgesleept.
2.09 De starttickets kunnen bij aanmelding en tijdens de wedstrijd in het
wedstrijdsecretariaat worden aangekocht. Niet gebruikte tickets kunnen
steeds ingeruild worden tegen de aankoopwaarde.
2.10 De datum en tijd van inschrijving bepaalt de startvolgorde voor de eerste
wedstrijddag. De eerst ingeschrevene staat op de laatste rij, enz. De laatst
ingeschrevene start als eerste in zijn klasse. De openstelling van de
inschrijving wordt via de website van KonACK bekend gemaakt.
2.11 Op 01 februari wordt de inschrijvingsperiode geopend.
2.12 Zodra het aantal inschrijvingen 50 bereikt wordt de inschrijvingsperiode
afgesloten.
3 Bijzonder reglement voor motorzweefvliegtuigen
3.01 Motorzweefvliegtuigen dienen uitgerust te zijn met een Flight Recorder met
geactiveerde motorloopregistratie.
3.02 Zelfstartende motorzweefvliegtuigen
a) zullen, zelfs als zij op eigen kracht starten, per start een forfaitaire som
dienen te betalen; en
b) zullen na het opstijgen tot de maximale hoogte van 600 meter (QFE) met
motorgebruik, de motor stilleggen. De verdere hoogtewinsten moeten met
behulp van thermiek gebeuren.
3.03 Niet zelfstartende motorzweefvliegtuigen moeten na het loskoppelen van de
sleep (600 m) de motor zo vlug mogelijk starten en gedurende maximum 2
minuten de motor laten lopen om aan te tonen dat de motorloopregistratie
op de Flight Recorder afleesbaar is. De verdere hoogtewinsten moeten met
behulp van thermiek gebeuren.
3.04 Doorzakken van motorzweefvliegtuigen. Na het stilleggen van de motor
moet bij doorzakken effectief geland worden om een tweede of derde start
te mogen doen. Opnieuw starten van de motor tijdens éénzelfde vlucht
annuleert de vlucht en maakt de proef voor die dag ongeldig.
4 Briefing
4.01 Elke dag wordt ingezet met een algemene briefing. Een piloot die de briefing
niet bijwoont heeft geen verhaal op eventuele onduidelijkheden. De briefing
begint om 10u00, tenzij op dat ogenblik door de wedstrijdleiding anders
wordt beslist. In dit geval wordt dat gemeld aan de piloten.
4.02 Tijdens de briefing wordt de deelnemer op de hoogte gebracht van:
a) lokale voorschriften en lokaal in gebruik zijnde radiofrequentie;
b) verplichte en verboden plaatsen en routes op het vliegveld;
c) de situatie van het luchtruim;
d) startmethodes en procedures;
e) circuitvliegen, doorzaklandingen, finishing- en landingsprocedure;
f) meteo situatie en evolutie;
g) wedstrijdopdrachten met informatie over luchtruim en keerpunten.
4.03 Verder komen tijdens de briefing aan de orde:
a) mededeling van allerlei;
b) beantwoorden van vragen.
5 Startvoorbereiding en startopstelling
5.01 Er kan gestart worden door middel van slepen. Voor deze startmethode
moet de vereiste aantekening kunnen voorgelegd worden.
5.02 Flight Recorder, indien programmeerbaar:
a) tijdsinstelling is UTC+2
b) alle gegevens zoals: datum, naam piloot, toesteltype, immatriculatie,
wedstrijdnummer en klasse worden ingevoerd
c) verplicht gebruik van de keerpuntendatabase die gepubliceerd en te
downloaden is op de website van KonACK en BVV
d) Take-off-, startpunt-, keerpunt- en finishcoördinaten worden ingebracht
De combinatie toestel-piloot-Flight Recorder wordt in de startrij
gecontroleerd en eventueel verzegeld.
5.03 De piloot moet zijn toestel een half uur voor de geplande starttijd,
meegedeeld op de briefing op zijn toegewezen plaats hebben. Een half uur
voor de starttijd zullen de toestellen in start positie geplaatst worden
(boxen). Minstens 5 minuten voor de start moet de piloot klaar zijn,
wanneer een piloot niet aanwezig is verliest hij zijn startbeurt, en zal hij
achter de laatste klasse plaatsnemen.
5.04 Elke deelnemer heeft recht op drie startbeurten per wedstrijddag,voor zover
hij landt op het vliegveld van vertrek en binnen de drie uren na opening van
de start.
5.05 De eerste start gebeurt volgens de officiële startvolgorde en is verplicht.
Indien een piloot niet wenst te starten zal hij aansluiten achter zijn klasse of
verder en 1 startbeurt verliezen.
5.06 Een foutieve start, te wijten aan de deelnemer of zijn ploeg, zal als
effectieve start worden beschouwd. Hij verhuist hierdoor achter alle
wachtende toestellen. Een foutieve start, niet te wijten aan de deelnemer,
zal niet als start worden beschouwd. De piloot zal zo vlug mogelijk in de
gelegenheid gesteld worden om opnieuw te starten.
5.07 Een deelnemer die na het loskoppelen doorzakt zal, indien zijn klasse nog
opgesleept wordt, achter zijn klasse aansluiten en beroep kunnen doen op
zijn tweede startbeurt. Indien op dat ogenblik al een volgende klasse
opgesleept wordt zal de piloot dienen te wachten tot deze klasse geheel is
opgesleept. Als het aantal doorzakkers aanzienlijk is, kan het opslepen van
de volgende klasse enige tijd uitgesteld worden, als met starten nog niet is
begonnen. De startvolgorde van de tweede/derde startbeurt zal, bij
discussie tussen meerdere gegadigden, bepaald worden door de
aanmeldingsvolgorde bij de wedstrijdleider.
5.08 Het opslepen geschiedt met sleepvliegtuigen naar een vaste ontkoppelzone.
5.09 Om veiligheidsredenen is het verplicht linksom te draaien in thermiek in een
straal van 10 km rond het vliegveld.
5.10 Water lozen boven of voor andere toestellen is verboden.
6 Startmethode
6.01 De startprocedure voor de Clubklasse is een startlijn van 4 km breed,
loodrecht op het eerste been, met 1KEIH als centrum (= 2 km links en
rechts van 1KEIH).
De startprocedure voor de Sport- en Sport-XPDR-klasse is een startlijn van
4 km breed, loodrecht op het eerste been, met 10DEK als centrum (= 2 km
links en rechts van 10DEK).
6.02 Het openen van de startlijn wordt voor alle klassen langs de radio
aangekondigd door 10 minuten en 5 minuten voor de start de piloten van
hun wachttijd op de hoogte te houden. De hiertoe gebruikte radiofrequentie
is 119.20 MHz. Op het ogenblik van opening van de start wordt dit over de
radio gemeld. Drie uur na het openen van de startlijn voor elke klasse,
woerdt deze gesloten en kan dus geen geldige start meer gemaakt worden.
De starttijd is de tijdsaanduiding van de laatste start in de IGC-file.
6.03 Zodra het eerste keerpunt geldig is gerond kan geen volgende start meer
genomen worden.
7 Wedstrijdopdrachten
7.01 Alle opdrachten zijn Assigned Speed Tasks (AST).
7.02 De keerpuntsector is een cilinder met 500 m straal.
7.03 Voor de Clubklasse is een wedstrijddag geldig wanneer 1 piloot erin slaagt
60 km te overbruggen.
Voor de Sport- en Sport-XPDR-klasse is een wedstrijddag geldig van zodra 1
piloot de afstand van 100 km aflegt.
7.04 Indien de opdracht na de briefing door de wedstrijdleiding gewijzigd wordt,
zal dit aan elke piloot meegedeeld worden en door hem worden afgetekend.
7.05 De wedstrijdleiding kan een wedstrijddag of de totale wedstrijd afgelasten of
ongeldig verklaren indien zij achten dat hiervoor een gegronde reden
aanwezig is.
7.06 Een proef wordt bij afbreken of buitenlanden berekend tot de logging die
het dichtst bij het volgende keerpunt ligt (=virtuele buitenlanding). Deze
afstand wordt daarna teruggecirkeld op het te vliegen been. De aldus
overgebleven afstand op dat been is de geldige afstand.
8 Finish
8.01 Bij landing op het vliegveld van vertrek moet de piloot zich ongeveer 2
minuten voor de aankomst (5 km) melden voor de finish.
8.02 De finish kan op 2 manieren gebeuren:
a) rollende finish: de aankomstsector wordt in de finale overschreden en er
wordt nadien niet meer opgetrokken voor een landingscircuit;
b) vliegende finish: de aankomstsector wordt in dat geval overvlogen op
minimum hoogte van 50 meter QFE en op maximum 250 meter QFE, en
met voldoende snelheid voor het landingscircuit.
8.03 De exacte gegevens van de fininshsector en aanvliegroutes zullen op de
briefing bekendgemaakt worden.
8.04 Rugwindlandingen zijn niet toegelaten
8.05 Finishen gebeurt door het binnenvliegen van de finishcilinder van 500 m
straal om 1KEIH.
8.06 De finishtijden worden op 1 seconde nauwkeurig gemeten en afgelezen uit
de IGC-file.
8.07 Bij elke buitenlanding wordt telefonisch contact opgenomen met de
ophaalploeg, die voor vertrek de wedstrijdleiding op de hoogte brengt.
8.08 Na het afbreken of beëindigen van een proef door een landing op het
vliegveld Keiheuvel mag de proef een volgende maal geprobeerd worden,
indien het aantal startbeurten dat nog toelaat, en voor het sluiten van de
poort.
8.09 Na het beëindigen van de vlucht op EBKH of bij thuiskomst van de
ophaalploeg dient de gelogde vlucht binnengebracht te worden op het
wedstrijdsecretariaat, ten laatste 1 uur na de landing of thuiskomst. Alleen
IGC-files aangemaakt door IGC-goedgekeurde loggers, worden aanvaard
door de wedstrijdleiding. FLARM files worden als back-up aanvaard! De
piloot blijft verantwoordelijk voor het inleveren van de IGC-file van de
bewuste vlucht. Dit kan, indien de piloot niet zelf over een PC beschikt, op
een door de wedstrijdleiding daartoe voorbehouden PC.
9 Luchtruim
9.01 Respect voor de luchtruimvoorschriften is een absolute vereiste. Elke eerste
inbreuk hiertegen leidt tot virtuele buitenlanding tot punt van overtreding.
Elke volgende inbreuk leidt tot diskwalificatie voor deze wedstrijddag.
9.02 Luchtuimzone's, zoals CTR’s en TMA's waarbij voor doorkruisen een klaring
van de luchtvaartleiding is vereist, zijn verboden voor de deelnemers.
Uitzonderingen zullen op de briefing besproken worden.
9.03 In elk toestel dient een actuele luchtvaartkaart aanwezig te zijn en binnen
bereik van de piloot.
10 Resultaten
10.01 Elke dag wordt in de loop van de avond een daguitslag bekend gemaakt.
10.02 Om geklasseerd te worden moet een deelnemer niet noodzakelijk alle
dagen deelnemen.
10.03 De beste dagproef van een piloot wordt in het klassement opgenomen.
10.04 Elke klasse heeft een eigen rangschikking en een winnaar.
10.05 De piloot die na alle wedstrijddagen het grootste aantal punten behaalt
wint in zijn klasse.
10.06 De te winnen prijzen zijn voorzien per toestel. Teams kunnen dus geen
prijs verwachten voor elke piloot afzonderlijk.
11 Protesten
11.01 Elk protest dient schriftelijk ingediend te worden bij de wedstrijdleiding,
vergezeld van een borgsom van 25 euro die, bij aanvaarding van de
klacht, terugbetaald wordt.
11.02 Het eventuele protest dient ten laatste voor de briefing van de volgende
dag in het bezit gesteld te worden aan de wedstrijdleider.
11.03 Het protest zal door de wedstrijdcommissie behandeld worden volgens de
FAI-sportcode, Generale Sectie.
11.04 Klachten in hoger beroep worden behandeld door de KBACSportcommissie.
12 Puntensysteem
12.01 Bij het bepalen van de score wordt rekening gehouden met de volgende
principes:
a) internationale formule, berekening volgens 1000-punten systeem met
handicaptoepassing;
b) rondvliegen van een AST door minstens 1 piloot: handicap alleen op
snelheid deelnemer;
c) bij niet rondvliegen, maar wel 1 piloot met minimum 60 km (met
handicap) in de Clubklasse of 100 km (met handicap) in de Sport- en
Sport-XPDR-klasse: handicap op afstand deelnemer;
d) toepassing van dagfactor (= verhouding van aantal piloten met meer
dan minimumafstand tot aantal gestarte piloten, maal 1.25, maar max =
1);
e) piloten waarvan de snelheid lager is dan 2/3 van de snelheid van de
snelste piloot krijgen alleen afstandspunten;
f) de wedstrijdresultaten worden berekend via het scoringsprogramma
SeeYou Competition en worden openbaar gepubliceerd.
12.02 De gebruikte scoringsscripts worden gepubliceerd op de website van
KonACK.
12.03 Bij elke overtreding tegen het wedstrijdreglement krijgt de deelnemer 50
strafpunten.
13 Klassenindeling en Handicapfactor
13.01 De klassenindeling en handicapfactor van de zweefvliegtuigen, volgens de
DAeC indexlijst, wordt gepubliceerd op de website van K